Het is weer december en dat is prima. Een maand vol feest en sentiment. Een maand waarin we een adempauze nemen om bij te komen van de hectiek op het werk of de studie. Een maand waarin we ons gedachteloos volproppen met eten om ons een maandje later weer voor te nemen dat we dat nooit meer gaan doen. Altijd lachen, met mensen.
Maar december is ook een maand waarin muziekliefhebbers graag lijstjes maken. Een lijstje van de beste releases van het afgelopen jaar, van cadeautips, van de beste nummers aller tijden… Zo ook Evil Plan. Zie hier: een lijstje met de beste releases van het afgelopen jaar die je iedereen cadeau moet doen!
- Queen – A Night at the Odeon
- Queen – A Night at the Odeon
- Queen – A Night at the Odeon
U heeft misschien in de gaten dat ik een fan ben van Queen. En voor mensen die fan zijn van Queen (of classic rock) is er het afgelopen jaar simpelweg niks beters uitgekomen dan A Night at the Odeon.
We spreken 24 december 1975. We zien een band die een grote hit aan het hebben is. ‘Bohemian Rhapsody’ (u weet wel: dat nummer wat dit jaar heeft moeten wijken voor ‘Imagine’) was hard op weg om nummer 1 te worden in Engeland en de rest van Europa. Queen maakte progressieve rock en dat deden ze fantastisch. De paar hits die Queen op zak had in 1975 (‘Keep Yourself Alive’, ‘Seven Seas of Rhye’, ‘Killer Queen’) worden gespeeld en er is ruimte voor een knipoog (‘Bring Back That Leroy Brown’, ‘Big Spender’), maar we zien vooral een topband in bloedvorm. De heren rammen zich zo verschrikkelijk gedisciplineerd door een retestrakke set heen dat je je afvraagt waarom dit materiaal 40 jaar in de kluis heeft gelegen.
Na 1975 ontwikkelde Queen zich tot een ware stadionrockband. De strakke kostuums maakten plaats voor een snor. Er kwamen hits, maar naar mijn mening hebben de heren nooit meer zo hard gerockt als rond 1975. Ga ‘m kopen, ik beloof dat je er geen spijt van krijgt.
Fijne feestdagen!
X, Mats
P.S. Eervolle vermeldingen? ‘Drones’ van Muse, ‘How Big, How Blue, How Beautiful’ van Florence + The Machine en ‘Dear Island’ van Bewilder.